Geschiedenis bevolking Arendonk
Door Guido Goetelen
8 Maart 2019

Geschiedenis bevolking

Aan het hoofd van het land staat de heer van het land. Eerst waren het de Berthout’s van Grimbergen, na hen de hertogen van Brabant.

Aan de landheer zijn gronden en mannen onderhevig. Hij heeft de verantwoordelijkheid. Hij moet ze beschermen en voorzien in de noden van de gemeenschap, een bierbrouwerij, een molen. Het bestuurlijk gezag berust bij de hertog, hij oefent dit uit door zijn vertegenwoordigers of schepen. Deze laatste komen uit de voornaamste families. Zo verliest de heer niet aan gezag, integendeel.

Arendonk bestaat uit drie klassen. De kern en de talrijkste groep zijn de landbouwers. Daarnaast bestaan de handelaars met inbegrip van de valkeniers (waardoor de plaatselijke handel opkomt). De derde stand dienstbaren of leenmannen.

Gilden zijn oude instellingen bij het volk, zij beogen verzet en oefening bij het volk. Gesticht bij koninklijke ‘kaarte’genieten zij meerdere rechten en voorrechten ( bv. Het recht onroerende goederen te bezitten). De St. Sebastiaansgilde ( schuttersgilde, handboog) kent een ononderbroken bestaan van vier eeuwen, of van voor 1521, tot heden. In 1683 was Jan Goetelen lid van de St. Sebastiaansgilde.

De kwijnende nijverheden ( kousen), rond1840, brengt werkloosheid en armoede met zich mee. In 1845-46 is er zelfs sprake van hongersnood! De aardappeloogst heeft te kampen met overstromingen door overvloedige regenval. De nu algemeen bekende aardappelziekte, ‘het zwart’ steekt de kop op! De graanoogst heeft in 1846 af te rekenen met graanbesmetting (geel in ’t koren). De aren blijken onbevrucht, zij houden geen graan in!

In 1847 breekt tyfus uit! Als oorzaak geeft Coveliers in zijn werk de uitputting en gebrek aan weerstand van de bevolking. De werken aan de vaart ( uitdiepen van de vaargeul) zouden voor bedorven lucht gezorgd hebben?