Geschiedenis nijverheid Arendonk
Door Guido Goetelen
8 Maart 2019

Geschiedenis nijverheid

In de 14° eeuw kan er voor de Vrijheid voor het eerst sprake zijn van handel. Arendonk behoort tot het Land van Turnhout, eigendom van Maria van Brabant ( gehuwd met Reinout van Gelder, daarom ook gekend als Maria van Gelder). Na het overlijden van haar echtgenoot vestigt zij zich te Turnhout, op haar kasteel. Na haar overlijden komt het land van Turnhout terug aan Brabant ( via haar zuster Joanna).

Maria en hertogin Joanna, alsook de daar opvolgende hertogen uit het huis van Bourgondië, nemen de welvaart van hun onderdanen ter harte. Ze bevorderen de toename van de plaatselijke handel. De tijknijverheid ontwikkelt zich, de grootse valkenjachten bevorderen Arendonk en Turnhout. De grote handelswegen waaronder de verbinding met de ‘Keulsche baan, de grote handelsweg in die tijd, door de Kempen. Deze loopt via Diest, Mol en Arendonk naar Oosterwijk en ’s Hertogenbosch. De baan van Antwerpen naar Turnhout ( bekend in de 13° eeuw) en gaat verder over Arendonk, Postel en Eersel naar de noord-oosthoek van Brabant.

Tijkweverij

Ontstaat in de 14° eeuw, komende van Turnhout, waar deze nijverheid reeds in 1338 vermeld wordt. Het is een huisnijverheid, waarbij het hele gezin betrokken wordt. Het vlas zaaien en verwerken, wat gedeeltelijk ter plaatse gebeurt, is een aanwinst voor de landbouw.

Moerturfhandel

Turf, samen met het hout van de wouden, is de voornaamste brandstof. Reeds in de 13° eeuw is in de Kempen de turfgrond bekend als bruikbare brandstof. “De bevolking niet in de tijkweverij gebezigd, houdt zich onledig met handeldrijven in turf uit de moeren” cfr.Antiquitates Belgicae.

De oorlog van 1914-18, gebruik van steenkool uit de Limburgse mijnen en het vee voederen met ongekookt voedsel, geven aanleiding tot het verdwijnen van deze nijverheid.

Kousenweverij

Oorsprong in Frankrijk onder Lodewijk XIV. De nijverheid kent in Arendonk een grotebloei, in 1740 zijn de kousen van Arendonk een vermaard produkt. Het kousenweven komt rond 1890 tot een einde.

Sigarennijverheid

Twee Nederlanders die het vak kennen vestigen zich te Arendonk. De eerste werkhuizen ontstaan in 1876. In 1886 worden er jaarlijks ruim 12 miljoen sigaren gemaakt. Oorlog verlamde deze handel, Nederlandse fabrikanten herstelden zich het eerst, zodat ze vele Belgische sigarenmakers naar zich toe trokken.